Réunion d'été tenue à la Salle Colibrant à Lierre, le 16 juin 2012

Zomervergadering in Zaal Colibrant te Lier op 16 juni 2012

Aanwezig : Mevr. C. Arnould, C. Ben Amar, A. Pourbaix-Van Haeperen (met echtgenoot), S. Scheers, Fr. Stroobants en H. Taymans en Dhrn. B. Bartholomieux, L. Coenen, Y. De Craemere, R. De Marie, H. Dewit, R. Dillen, W. Geets, M. Gheerardijn, A. Haeck, C. Lauwers, J. Moens, P. Pasmans, H. Pottier, J. Richard, Dhr. E. Schutyser (met echtgenote), J. van Heesch, H. Vanhoudt, R. Van Laere, Dhr. L. Verbist (met echtgenote),  en R. Waerzeggers.

Verontschuldigd : Mevr. L. Claes en V. Van Driessche en Dhrn. P. Assenmaker, Fr. de Callataÿ, Ch. Doyen, J. Elsen, M. Greganti, Ph. Sadin, J.-J. Symoens en M. Wauthier.

De voorzitter opent de vergadering om 10h, en dankt het Stadsbestuur van Lier en onze confrater R. Dillen voor de medewerking bij de organisatie van deze zomerbijeenkomst, die – in tegenstelling tot de vorige jaren en vanaf nu – geen algemene vergadering van de werkende leden meer omvat, maar enkel nog de plenaire bijeenkomst.

Hij herinnert ook aan de beslissing om vanaf 2013 driejaarlijks een colloquium te organiseren over een numismatisch onderwerp dat onze streken aanbelangt, en een 10-tal sprekers (ook uit het buitenland) heeft reeds zijn medewerking toegezegd voor dat van mei 2013.

Hij nodigt de aanwezigen tevens uit voor een bezoek aan de numismatische tentoonstelling die het Cabinet François Cajot organiseert in Namen, en die door ons Genootschap wordt gepatronneerd.

Tenslotte wijst hij op de recente publicatie van een boek over Gallische muntschatten, waarbij onze confrater Mevr. Scheers de stempelstudie heeft verzorgd.

Hij geeft vervolgens het woord aan de eerste spreker, dhr. Luc Coenen, archivaris en conservator van de stad Lier, die een voordracht geeft met als titel "Numismatiek en sigillografie van Lier, een status quaestionis".

Dhr. Coenen verwijst in eerste instantie naar het feit dat ons Genootschap in 1963 te gast was te Lier, en dat toen prof. Naster de tekst heeft voorgelezen die was voorbereid door Gregorius De Clercq uit Dendermonde, die wegens ziekte niet kon aanwezig zijn, en die handelde over hetzelfde onderwerp. Een samenvatting hiervan verscheen in de RBN van 1964, maar de tekst zelf is niet teruggevonden. Niettemin is het zeker aangewezen een actualisering van de stand van zaken te presenteren, beginnend bij een vondst die in Lier werd gedaan in 1965 van een 4.000-tal vooral bronzen Romeinse munten van rond 395. Deze vondst werd bestudeerd door Mevr. Lallemand van het Penningkabinet, en is nu verspreid.

Vermeldenswaard is ook de vondst uit 1881/2 van een aureus van Vespasianus, die wordt bewaard in het Penningkabinet te Brussel.

Aan Sint-Gummarus, de patroonheilige van Lier, worden meerdere wonderen toegeschreven, waaronder het "wonder van de boom" en "het wonder van de bron"; deze onderwerpen worden vaak iconografisch verwerkt op medailles en penningen, bv. op een zilveren penning uit 1517, waarschijnlijk uitgegeven n.a.v. de inwijding van de hoofdkerk.

In de RBN van 1881 en 1882 beschrijft De Schodt meerdere armenpenningen die in Lier werden uitgegeven, bv. door het Sint-Elisabethgasthuis.

In de kerkrekeningen van de 17de tot en met de 19de eeuw wordt melding gemaakt van de productie van koperen en zilveren medailles met de afbeelding van Sint-Gummarus; sommige ervan werden in grote aantallen aangemaakt.

Speciale vermelding verdienen de penningen, uitgegeven n.a.v. de Sint-Gummarus-Jubileumfeesten die elke 25 jaar worden georganiseerd.

Een andere categorie van numismatische objecten i.v.m. Lier betreffen de lakenloodjes, waarvan er in 1993 elf exemplaren werden gevonden in Nederland; ze dragen eveneens de afbeelding van Sint-Gummarus, en wijzen op het belang van de lakenindustrie in de 13de en 14de eeuw, waarvan de productie ook naar het buitenland werd geëxporteerd.

Lier kende in de 16de eeuw ook een aantal verzamelaars waarvan de collecties belangrijk genoeg waren voor Goltzius om ze in zijn publicatie te vermelden.

N.a.v. de zgn. Lierse Furie op 14 oktober 1595 heeft Jonghelinck op vraag van het Stadsbestuur van Lier een penning gemaakt die werd geschonken aan burgers die een prominente rol hadden gespeeld bij het afslaan van een aanval van Noordelijke troepen; van deze penning zouden 50 ex. zijn gemaakt, en hij werd beschreven door Jos De Beer in de RBN 1929.

Ook verschillende Lierse ambachten hebben penningen uitgegeven, die zijn beschreven door Chalon in de RBN 1858 en door Minard-Van Hoorebeke.

N.a.v. een tentoonstelling werden in 1990 meerdere middeleeuwse en post-middeleeuwse munten gepubliceerd die door detectoristen werden gevonden.

Lier wordt ook vermeld op een penning die Van Loon beschrijft, naast elf andere steden die waren heroverd op de vijand.

Pinchart heeft in de 19de eeuw de prijspenningen beschreven die door Lierse scholen en academies zijn uitgegeven, en zich nu in de verzameling van de Lierse Begijnenkerk bevinden.

In de 19de eeuw hebben meerdere Lierse verenigingen ook medailles uitgegeven bv. n.a.v. de inhuldiging van een monument, of een muziekfestival, een jubileum, enz.

In de jaren 1980/1990 zijn meerdere verdienstelijke Lierenaars gehuldigd met o.a. de uitgifte van een medaille.

In het Stedelijk Museum van Lier bevindt zich sinds 1935 het legaat-Caroly, een vooraanstand industrieel die vooral actief was in Antwerpen, en o.a. een 7-tal penningen heeft geschonken aan de Stad Lier.

Vermelden we tenslotte nog dat de eerste stadszegels van Lier teruggaan tot de 12de eeuw. Deze stadszegels werden bestudeerd door Anton Bergman; momenteel is een inventarisering en digitalisering van alle gekende Lierse stadszegels aan de gang.

De voordracht wordt geïllustreerd, niet alleen met een powerpoint-presentatie, maar ook met enkele numismatische voorwerpen die ter plaatse worden tentoongesteld.

De voorzitter dankt de spreker, en schenkt hem de penning van het Genootschap.

Hij verleent vervolgens het woord aan dhr. B. Bartholomieux, verbonden aan de groep Monument Vandekerckhove, die verslag uitbrengt over recente muntvondsten n.a.v. de heraanleg van de Lierse Grote Markt in de tweede helft van 2011. Hierbij moest de opgravingsstrategie worden beperkt tot een diepte van 1 m onder het maaiveld (wat uiteindelijk niet zeer diep is), aangevuld met een aantal bemonsteringsputten tot op de onverstoorde zgn. moederbodem. Op grond hiervan moet het duidelijk zijn dat zeker niet alle voorwerpen die zich onder de Grote Markt bevonden, konden worden teruggevonden. De meeste objecten dateren uit de 16de eeuw, terwijl de diepere bemonsteringsputten aantonen dat de onderliggende lagen dateren uit de 13de en 14de eeuw. De huidige Grote Markt bleek aanvankelijk een kruispunt te zijn geweest van twee belangrijke straten, en werd pas in de 16de eeuw omgevormd tot een echt marktplein, waarbij structuren zijn teruggevonden die sterk gelijken op die van de Grote Markt in Mechelen van dezelfde periode.

In het totaal werden een 60-tal numismatische voorwerpen gevonden; het oudste maar niet-geïdentificeerd stuk dateert uit de 13de of 14de eeuw. Vermeldenswaard zijn ook : een goudgulden van Falkenstein uit 1404-1407, die trouwens de datering heeft mogelijk gemaakt van een gevonden puinkuil – meerdere rekenpenningen uit Nuremberg uit de 16de eeuw – een Antwerps muntgewichtje – meerdere pijlbakgewichtjes uit de 14de tot de 16de eeuw – armenpenningen of noodgeld (?) uit de 14de eeuw – lakenloodjes – een Romeinse nummus uit de periode 294-305 n.C.

Verschillende aanwezigen waaronder dhrn. Van Laere en Schutyser suggereren een andere identificatie van de getoonde stukken dan die, voorgesteld door dhr. Bartholomieux.

Het gezelschap begeeft zich vervolgens naar het Stadhuis, waar het wordt ontvangen door dhr. Guido Van den Bogaert, schepen verantwoordelijk voor o.a. de Musea van de Stad Lier. Deze licht kort de geschiedenis van de bouw van het Stadhuis toe. De Voorzitter overhandigt hem de penning van het Genootschap.

Na een geslaagd middagmaal in het restaurant Hof van Aragon geniet het gezelschap van een begeleide stadswandeling, waarbij o.a. een bezoek wordt gebracht aan de Zimmertoren, het Begijnhof en de kerk van het Begijnhof. Het bezoek wordt afgesloten rond 17h.

 

Fermer Sluiten Close

 

©  KBGN-SRNB, 2008-2021