Les résultats prévus pour 2022 seront négatifs. La raison en est que, conformément à sa raison sociale, notre Société fera cette année une série de dépenses en vue de promouvoir la numismatique et son étude :
- un colloque le 21 mai, où nous paierons l’hébergement à l’hôtel de plusieurs orateurs étrangers, ainsi que le lunch de midi à tous les participants ;
- notre Prix quadriennal, qui cette année a été exceptionnellement dédoublé afin de couronner deux lauréats méritants ;
- notre Prix Goltzius, qui sera décerné à Monsieur Aimé Haeck pour l’ensemble de son œuvre ;
- enfin, une bourse de voyage attribuée à notre membre, Monsieur Thomas Leblanc, pour participer au congrès de l’INC à Varsovie.

De heer Jan Moens wijst erop dat de kosten van het RBN ook zullen stijgen als gevolg van de stijging van de papier- en energieprijzen.

De Algemene Vergadering keurt de rekeningen voor het jaar 2021 en de begroting voor 2022 goed, en geeft kwijting aan het bestuur.

Mevrouw Taymans wijst erop dat de secretaris zijn moreel verslag tijdens de AV van oktober zal presenteren, net als in 2021.

In overeenstemming met de nieuwe regelgeving inzake vzw's moeten onze statuten worden gewijzigd. "Raad van bestuur" moet overal worden vervangen door "Bestuursorgaan". Bovendien moeten sommige taken die vroeger door het bestuur moesten worden uitgevoerd, nu door de Algemene Vergadering worden verricht. Mevrouw Taymans bracht de nodige wijzigingen aan in de Nederlandse versie van de statuten, en de heer Lauwers bracht ze aan in de Franse versie. De nieuwe versie van de statuten zal in oktober ter stemming worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

De stembiljetten zijn verzameld. De heer Christophe Flament telt de stemmen. De zeven kandidaten zijn verkozen en worden dus leden van ons Genootschap van zodra ze hun lidgeld hebben betaald: als corresponderende leden: Dhrn. Marc Lahalle, Simon Lambert en Kris Van der Cruyce; als buitenlandse leden: Dhrn. Bruno Jané, Paul-Etienne Kauffmann, Evgeny A. Khvalkov en Boris Zvidman.

La présidente clôture l’Assemblée Générale des membres titulaires à 10 h 45.

Seconde partie : Assemblée plénière – Tweede deel : Plenaire vergadering

Présents – Aanwezig : voir ci-dessus – zie hierboven + Ch. Baquet, P. Charrey, D. Delvigne, L. Engen, A. Hostein, S. Lambert, Th. Leblanc, Th. Pinoteau, H. Rambach, H. Van Caelenberghe. Excusés – Verontschuldigd : MM J. Benders, J-P. Caulier, N. de Streel, E. Kerssens, R. Renard, L. Severs, K. Van den Cruyse, G. Verbeelen.

Madame Taymans proclame les nouveaux membres, quatre étrangers et trois Belges. Elle présente ensuite à l’Assemblée Plénière les comptes et le budget. Elle répète les dépenses extraordinaires prévues en 2022 : le colloque sur les jetons, le double Prix quadriennal, le Prix Goltzius, la bourse de voyage.

Elle proclame ensuite les lauréats du Prix quadriennal : « Le jury chargé de l’examen des mémoires du 11e Prix quadriennal de la Société royale de Numismatique de Belgique a décidé comme suit : le titre de lauréat à titre honorifique du Prix quadriennal de la Société a été attribué à Monsieur Thomas Pinoteau pour son mémoire intitulé « Felix et invictum Scipionum nomen. Le monnayage de Metellus Scipion durant la guerre civile (49-45 a.C.) ». Concernant le 11e Prix quadriennal, le jury a décidé de couronner cette année et de façon exceptionnelle deux travaux jugés de mérites équivalents. Par ordre alphabétique, il y a d’abord Monsieur Pierre Charrey, pour sa thèse de doctorat intitulée « Le poids et la croix. Instruments de mesure et représentations du pouvoir dans le commerce byzantin (IVe-VIIIe siècle) ». Et Monsieur Jean-Patrick Duchemin pour sa thèse de doctorat intitulée «Archéologie du rite : les dépôts de monnaies en contexte funéraire entre Seine et Rhin, de la fin de l’âge du Fer au début du haut Moyen Âge ». Nous félicitons chaleureusement les lauréats de notre Prix quadriennal ».

Onze voorzitster overhandigde vervolgens aan ons lid, de heer Harry Dewit, de erepenning van het Genootschap : “Vandaag eren wij tevens één van onze leden namelijk Harry Dewit. Harry is lid geworden van ons Genootschap in 1971 en was dus in 2021 vijftig jaar lid. Harry is één van onze trouwste leden. Tegenwoordig is het wat moeilijker maar in de vorige vijftig jaar heeft hij heel weinig vergaderingen gemist. Zolang het Genootschap een eigen bibliotheek had was hij tevens bibliothecaris. Zijn grootste verdienste is echter dat hij gedurende vele jaren een nauwkeurige numismatische bilbiografie heeft bijgehouden van Belgische auteurs om te verschijnen in ons Tijdschrift. Het Genootschap wenst Harry Dewit hiervoor uitdrukkelijk te bedanken. Bij vijftig jaar lidmaatschap hoort een zilveren lidmaatschapsmedaille die wij hem van harte overhandigen.”

La présidente annonce que l'Université de Sofia (St Kliment Ohridski) a décidé de conférer le titre de Docteur Honoris Causa à notre ancien président, François de Callataÿ. La cérémonie de réception aura lieu le 29 avril prochain.

François de Callataÿ introduceert vervolgens onze spreker van de dag, de heer Antony Hostein. De heer Hostein is numismaat, historicus en archeoloog. Hij volgde Michel Amandry op in diens leerstoel aan het EPHE in Parijs. De heer Hostein is een autoriteit op het gebied van de provinciale muntslag van het Romeinse Rijk. Hij heeft ook de munten van Autun bestudeerd. Hij heeft een belangrijk artikel gepubliceerd over de Fides op Romeinse munten in RBN 2021.

Le titre de sa communication est "Monnaies et épidémies sous le Haut-Empire, de Marc Aurèle à Trébonien Galle."

Le conférencier a cherché à vérifier s'il était possible de documenter, directement ou indirectement, les pandémies qui frappent l'empire romain, entre la peste antonine (ou peste de Marc Aurèle) et celle de Cyprien apparue au début des années 250. Après un rapide état de la question, ont été passés en revue plusieurs dossiers comprenant des monnaies civiques de l'Orient hellénophone et/ou de l'atelier de Rome : monnayages d'Abonotique-Ionopolis avec le serpent Glykon à tête humaine ; monnaies d'Alexandrie de Troade avec l'Apollon Smintheus, "aux rats", au revers ; séries de Colophon et de Rome qui montrent l'image de l'Apollon Clarien ; et enfin monnayages romains au nom de Trébonien Galle (251-253 ap. J.-C.), où apparaissent sur les revers des divinités demeurées jusque-là inédites – Apollon Salutaris, Junon Martialis, (Apollon?) Arnazi. L'analyse, prudente, a montré qu'il était difficile d'exploiter la documentation numismatique pour l'étude des pandémies, sauf peut-être pour le dossier d'Apollon Arnazi.

Mevrouw Taymans sluit de vergadering om 12.30 uur. De spreker van de dag, de bestuurders en de leden van ons Genootschap gaan vervolgens naar de Cercle des voyageurs voor een gezamenlijk middagmaal.