Séance tenue à la Bibliothèque Royale à Bruxelles, le 19 novembre 2005

Vergadering in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel op 19 november 2005

 

Présents – Aanwezig : Gh. Moucharte, Cl. Van Nerom en B. De Meyer en Dhrn. R. Van Laere (voorzitter), J. Moens (secretaris), J. Schoonheyt, J.-L. Dengis, F. de Callataÿ, L. Smolderen, M. Gheerardijn, E. Schutyser, A.-F. Schepers, E. Moors, A. Vancraenbroeck, M. Rocour, A. Buchet, R. Dillen, P. Pasmans, G. Chanteux, G. Lejeune, F. Willems en G.-X. Cornet.

Excusés – Verontschuldigd : Mevrn. S. Scheers en A. Van Haeperen en Dhrn. J. van Heesch, J. Taelman, J. Laevers en M. Colaert.

De voorzitter opent de zitting om 14u30.

Dhr. Willems houdt een spreekbeurt met als titel «Konstantijn de Grote, een geniaal propagandist, ook op zijn munten».  Hij start met een overzicht van de afbeeldingen en de titels van Konstantijn.  Aanvankelijk is de nieuwe keizer voorzichtig.  Hij moet immers erkend worden,want strikt juridisch is hij een rebel.  Dus vinden we naast elkaar uitingen van respect voor het systeem van Diocletianus, heel subtiel geplaatst naast beeldenaars met zijn eigen politieke programma.  Schitterend van begin tot einde van zijn regering is de wijze waarop de telkens weer aankomende militaire confrontaties op de munten worden aangekondigd en voorbereid, annex nadien de overdadig uitgezongen toespelingen op de overwinningen.  We zien ook hoe de van 306 tot 324 co-regerende keizers een scherp uitgebalanceerd politiek spel spelen door al dan niet in elkaars naam munt te slaan, afhankelijk van de coalities, de diplomatieke contacten of de opportuniteiten van het ogenblik.  Zo krijgen we soms «negatieve» informatie, leren we iets uit het niets.  Wanneer bijvoorbeeld zulke uitgiften voor een medekeizer plots ophouden weten we meteen dat de samenwerking wordt stopgezet, wat vaak de voorbode is van oorlog.  Konstantijn breekt definitief met het verleden wanneer hij ostentatief de nadruk gaat leggen op zijn familiebanden en dit meteen ook uitvoerig publiek communiceert via zijn munten.  Anderzijds worden gezinsdrama’s uiteraard doodgezwegen als daar zijn : de moorden op zijn vrouw Fausta en zijn zoon Crispus of de spanningen tussen de afstammelingen van Helena en Theodora, de twee echtgenotes van zijn vader Constantius Chlorus.  Echt intrigerend is de zogenaamde «Konstantjnse kwestie», de immer felomstreden vraag waarom, waneer en in welke mate Konstantijn christen werd.  Andere bronnen, litteraire, epigrafische en archeologische, brengen geen uitsluitsel.  Geeft de numismatiek dan afdoende antwoorden ?  Niet echt.  Ook op dit vlak is Konstantijn uiterst voorzichtig.  Onweerlegbare allusies op de nieuwe godsdienst zijn schaars, tenzij wanneer men de hypothese bijtreedt dat de jarenlang aangehouden beeldenaars van de zonnegod ook op Christus zouden doelen.  De spreker behandelt verder uitgebreid de stichting van Constantinopel en herkent ook hier de politieke handigheid van Konstantijn, onder andere wanneer die op de eerste reeksen die in de nieuwe hoofdstad worden uitgegeven ook de godin Roma en de Romeinse wolvin laat aanbrengen als doekje voor het bloeden voor de aristocratie in het nu als centrum van het rijk gepasseerde aloude Rome.  De lezing wordt afgerond met een schets van de evolutie van Konstantijns portretten, gaande van militair realistisch tot geïdealiseerd Oosters.

M. Schoonheyt donne un exposé sur «Les Wampums du Nord-Est américain».  À l’origine, le terme wampum désignait des perles en forme de bâtonnet, produites par les Amérindiens du Nord-Est (Huron, Iroquois, Algonquins) à l’aide de divers types de coquillages (d’ailleurs de couleurs différentes).  Ces perles (appelées porcelaines en français) étaient alors enlacées pour en faire des ceintures.  Le mot wampum est ensuite devenu le terme générique pour indiquer ce genre de ceintures, qui étaient à l’origine échangées comme symbole de la parole donnée pour attester le résultat de négociations (par ex. de paix entre différentes tribus).  Par ailleurs, certains wampums sont produits en utilisant des perles en pâte de verre, importées d’abord par les Espagnols, puis par les Hollandais et les Anglais.  Ces ceintures sont ensuite devenues des moyens d’échange, utilisés notamment dans le commerce des fourrures et peaux de castor, et ceci pendant quelque 200 ans.  Des tables exprimant la valeur de wampums en monnaie britannique sont connues.  Les perles, qui à l’origine étaient fabriquées d’une manière tout à fait artisanale, ont ensuite été produites à une échelle plutôt industrielle (jusqu’en 1907).  Certains wampums portent des symboles catholiques, et l’orateur a par ailleurs retrouvé des traces écrites qu’un wampum a été offert à l’église de Foy-Notre-Dame près de Dinant, mais il semble avoir disparu.

De voorzitter sluit de vergadering rond 16h20.

 

 

Fermer Sluiten Close
 

©  KBGN-SRNB, 2008-2021